In de afgelopen maanden zijn er zoveel stappen gezet: zowel heen als terug, soms in een kringetje. Ik heb geleerd, veel is hetzelfde, meer is anders. In eerdere verhalen lees ik over hoop, vaak tevergeefs, over vertrouwen in anderen, over frustratie en soms wanhoop. De laatste keer dat ik mijn woorden deel schrijf ik over het vertrouwen in mijzelf. Dat her- of gevonden gevoel biedt meer vertrouwen in de toekomst dan ooit. Genoeg om over te schrijven! Maar ik stoei al weken met de woorden, struiken over de zinnen, verzand in mijn eigen verhaal. De rode draad als een kluwen, alles door elkaar.
Mijn writers-block is een soort punthoofd: er staan teveel mappen open. Op mijn laptop staat de map “Onder moeders Parasschute’ vol met halve teksten en losse flodders. Situaties en inspiratie waar ik nog iets mee kan en wil… maar het lukt niet. Ik kom er niet uit. Juist omdat het voor mij zoveel is. Misschien is het voor een ander niets, maar mijn overwinning op mijzelf, en eigenlijk ook op de hulpverleningstrajecten, de groei en stappen in de afgelopen maanden, zijn nu eenmaal niet in één verhaal te vangen. En dus maak ik de komende weken de mappen maar één voor één met jullie dicht. We beginnen met een leeg blad, pakken het dagboek erbij en spoelen even terug…
Het eerste evaluatiemoment vul ik met vraagtekens en kritische kanttekeningen. Ik vind nog geen luisterend oor bij de expert/gezinsbegeleider, maar wel enige steun van de behandelcoördinator: enige erkenning dat er in ons geval wat afgeweken had kunnen worden van de strikte behandelopbouw. We sluiten af met de afspraak dat we de situatie op school in kaart gaan brengen, samen gaan kijken op welke punten hier nog winst te behalen valt.
Een aantal weken later is de expert op school om video-opnames te maken. De expert heeft vervolgens meerdere fragmenten samen met de leerkracht teruggekeken en feedback gegeven. De observatie heeft weliswaar niet veel nieuwe inzichten gegeven, geeft geen aanleiding tot enorme aanpassingen, maar maakt wel dat we meer zicht hebben op de overprikkeling die op school ontstaat.
Tijdens het volgende begeleidingsmoment thuis bekijkt de expert de opnames opnieuw, dit keer met mij. Na de onrust die sinds een jaar samenhangt met het hele concept school, voelt het goed dat ik door het zien van deze beelden iets meer zicht krijg op hoe zo’n schooldag voor hem verloopt.
Omdat Tije thuis moeiteloos de structuur van de schooldag kan reproduceren, verbaast het mij niets dat de overprikkeling niet door onduidelijkheid komt. Maar waar komt de onrust dan vandaan? Uit de opnames blijkt duidelijk dat er gedurende de schooldag heel veel kleine dingen zijn die prikkels geven, veel energie vragen. Het zijn vaak dingen die VOOR HEM niet (lijken te) kloppen: een schrift dat in zijn overtuiging een andere kleur heeft, een beeldscherm van de computer dat net niet goed staat. Het is de optelsom van de kleine dingen.
Niet eerder besef ik hoe Tije wetmatigheden ziet in wat voor mij niets meer is dan toeval. Als iets een paar weken per toeval op eenzelfde manier gaat, ziet hij het patroon. Als daar vervolgens van wordt afgeweken, stapelt de onrust bij Tije zich op.
De waarde van het terugkijken van deze opnames zit hem in meer dan alleen dat stukje besef. Het is ook een overwinning, een stap in het terugpakken van de regie. Onze behandelaar wil deze beelden namelijk in eerste instantie helemaal niet met mij delen, “meestal vindt de school dat niet goed”. Als vervolgens in mijn bijzijn de afspraak wordt gemaakt voor de video-opnames, leg ik de vraag dan ook bij school neer: mag ik….? En, terwijl de ergernis zichtbaar wordt op haar gezicht, horen de behandelaar en ik dat dat uiteraard mag, dat zij begrijpen dat dit zinvol is, zodat we allemaal het plaatje zo compleet mogelijk krijgen, en samen kunnen bekijken wat er nu (nog meer) nodig is. Ik onderdruk mijn grinnik, de expert waarschijnlijk haar frustratie.
En toch ervaar ik daarna weinig voldoening. Ik heb zo hard moeten werken voor zo’n heel klein stapje. Dat is toch jammer, zou niet zo moeten zijn. En al lijkt er voorzichtig wat verandering te zijn in de benadering van onze behandelaar(de expert), bij mij heerst vooral het gebrek aan motivatie. Waar de expert nu een stapje bij zet, doe ik een stapje terug. Niet om tegemoet te komen aan mijn behoefte om even uit te blazen, maar omdat ik het loslaat. Ik heb geen vertrouwen meer in dit traject. Ik geef het op, ik vecht niet meer. Het moment waarop ik mijzelf in dit traject volledig ben kwijtgeraakt.
Eva (38) woont samen met haar vriend en drie kinderen: een zoon en twee dochters. Al op jonge leeftijd vertoont haar zoon Tije kenmerken van ASS. Hoewel alarmbellen bij haar steeds sterker beginnen te rinkelen, vindt Eva hierin lang geen erkenning. Inmiddels
is de diagnose ASS gesteld. Na een aantal jaren regulier onderwijs vindt Tije langzaam zijn plek op het SBO. Na maandenlang op een wachtlijst te hebben gestaan, blijkt de gespecialiseerde begeleiding onvoldoende aan te sluiten bij de hulpvraag binnen het gezin.
Voor de website van ParASSchute schrijft Eva over het traject waar zij nu met haar gezin in zit. In “Onder Moeders ParASSchute’ deelt zij haar zoektocht naar duidelijkheid, begrip, handvatten en rust.