In de weken tot de herfstvakantie ontwikkelt zich een nieuw patroon. Tije staat positief op uit bed, kleedt zich zonder gedoe aan, poetst zijn tanden en pakt zelf zijn spullen. Geen strijd… tot Bas beneden komt. Dan begint het gesputter: “Ik wil niet hoor, ik ga niet!”. Ik weet beter dan hierop in te gaan, weet dat het niet bijdraagt aan een oplossing. En dus slik ik mijn opmerking in en besluit het binnenkort maar eens aan te kaarten tijdens de thuisbegeleiding.
Aan Bas de taak om Tije elke dag op school af te leveren. In de auto sputtert Tije doorgaans ‘vrolijk’ door. Ook Bas laat hem, maar wordt zijn gedrag inmiddels ook wel moe. Vaak lukt het nauwelijks om Tije uit de auto te krijgen en hem mee te laten lopen naar school. Als Bas hem vervolgens bij de klas heeft afgezet, zich omdraait om weer naar de auto te lopen, wil Tije direct weer met hem meelopen. Inmiddels zijn ze hier op school op voorbereid en wordt Tije (meer dan eens) in zijn kraag gegrepen. Elke dag opnieuw is het de vraag of het lukt om dit te doorbreken of dat het zijn hele dag blijft beheersen.
Ondanks deze weerstand is er op school één grote vooruitgang: Tije werkt! Hij heeft welgeteld één middag langer op school moeten blijven. Eén keer ben ik gebeld met de vraag of ik hem een half uur later kon komen ophalen. Omdat ik dan Mara uit school moet halen, heeft hij bijna een uur moeten wachten. En sindsdien werkt hij op school taakgericht, al heeft hij elke dag een moeizame start. Naarmate de week vordert lijkt het steeds iets beter te gaan, maar steevast is er na het weekend de terugval.
Al met al is het ook pittig. Er zijn immers prikkels te over en bovendien is alles nieuw. Bovendien heeft hij twee schooljaren lang zijn snor kunnen drukken: nauwelijks aangesloten bij instructiemomenten en aangeboden taken doorgaans laten liggen. En nu is hem niet alleen duidelijk gemaakt wat er van hem verwacht wordt, maar is er ook geen uitvlucht meer mogelijk. En daardoor is hij moe na een schooldag, erg moe. Maar Tije heeft in de klas een aantal leuke contacten en is duidelijk minder, of in ieder geval anders overprikkeld. Om hem heen wordt zoveel meegedacht en geprobeerd. Maar Tije lijkt blind voor dit alles. Zijn denken zo star, zijn beeld zo gekleurd, dat alle verandering en vooruitgang door hem niet wordt opgemerkt.
Ik hoor meerdere ouders en leerkrachten erover dat de kinderen zo moe zijn. Ik zie het in Mara, die zich op haar nieuwe school, maar vooral op het werk van groep drie heeft gestort. Ze geniet van elle nieuwe dingen die ze leert en probeert aansluiting te vinden met de kinderen in de klas. Ze is duidelijk op zoek naar haar plekje in deze nieuwe groep. De energie die dat vraagt begint langzaamaan zijn tol te eisen: haar ogen wat kleiner, haar lontje wat korter. Het gedrag van Tije wordt versterkt door zijn moeheid. Hij wordt steeds norser, raakt sneller overprikkeld en kan dan niets meer hebben. De botsauto’s op de kermis zijn er niets bij, Mara en Tije zitten elkaar continue in de haren.
Ook Bas is moe: van het vroege opstaan en de nukken van Tije. En ik… ik ben kapot. De wekker lijkt elke dag vroeger te gaan. De nachten te kort om bij te komen van het rennen, vliegen, hollen. De praktische afstemming en de impact van de nieuwe scholen.
Ik kijk ernaar uit om even een week geen wekker te hoeven horen. Dat de broodtrommels en drinkbekers een weekje in de kast kunnen en wij de ochtendhectiek achter ons laten. TV aan en ochtendhumeur uit, omdat er niets hoeft en geen tijdsdruk is. Even achterover leunen en de boel de boel laten! Maar inmiddels weet ik dat deze vrije week ons waarschijnlijk geen rust zal brengen. Dat deze vrije dagen niet de gelegenheid bieden om op te laden. Vrije tijd en rust gaan hier niet (meer) vanzelfsprekend samen.
En zoals verwacht vindt Tije in zijn vrije dagen niet de rust die hij zo broodnodig heeft. Hij is voor alles te moe maar niets doen geeft onrust. Hij vraagt mij wat hij kan doen, maar wat ik ook opper, het is nooit goed. Ik wijs hem op de picto-reeks die we eerder hebben opgehangen voor de vrije dagen. Die hangt al sinds de zomervakantie vergeten op zijn bord. Misschien had ik Tije hier vorige week op moeten voorbereiden, hem moeten wijzen op de dagindeling voor de komende vrije vakantiedagen. Maar het voelt voor mij zo tegennatuurlijk om ‘vrije tijd’ voor te structureren. Maar op deze manier vreet het energie, vraagt hij voortdurend aandacht en komt tot niets. Net als hij kom ook ik nu niet tot rust. Schermtijd lijkt het enige dat hem kan boeien, en hoewel hij zich houdt aan de vaste afspraken, lijkt hij vervolgens tot niets anders te (kunnen) komen.
Uiteindelijk kijk ik misschien wel meer uit naar het eind van deze vakantie dan naar het begin ervan. De rust in huis en in mijn hoofd ver te zoeken omdat de vrijheid gekenmerkt wordt door strijd: strijd omdat Tije zijn draai niet kan vinden zonder aansturing. Het moment dat de wekker de structuur van een nieuwe schooldag inluidt. De dagen waarop er na de ochtendhectiek ergens vast even een moment van rust te vinden is.
Eva (37) woont samen met haar vriend en drie kinderen: een zoon en twee dochters. Al opjonge leeftijd vertoont haar zoon Tije kenmerken van ASS. Hoewel alarmbellen bij haar steeds sterker beginnen te rinkelen, vindt zij hierin lang geen erkenning. Inmiddels de diagnose ASS gesteld. In het afgelopen schooljaar blijkt het regulier onderwijs onvoldoende passend. Tije is na de zomervakantie gestart op het Speciaal Basis Onderwijs. Na een maandenlange is nu ook de gespecialiseerde begeleiding opgestart.
Voor de website van ParASSchute schrijft Eva om de week een blog over het traject waar zij nu met haar gezin in gaat. In “Onder Moeders ParASSchute’ deelt zij haar zoektocht naar duidelijkheid, begrip, handvatten en rust.