Als je kind struikelt en valt, niet lekker in zijn vel zit. Als er een dagelijkse strijd is, in hem en door hem, kruipt dit in elke vezel van je lijf. De zorgen om hem. De zorg voor hem. Het vult het hoofd en de tijd, neemt het leven over.
Op een formulier lees ik de vraag welke dingen of activiteiten ik heb opgegeven voor mijn kind. Ik antwoord ‘niets’, maar besef later dat ik in de afgelopen jaren steeds meer ben gaan filteren in wat ik doe, met wie ik afspreek en wanneer.
Mijn sociale leven geleidelijk aan op een steeds lager pitje. Activiteiten buitenshuis tot een minimum beperkt. Als ik weer aan het werk ga kies ik niet voor een baan in mijn eigen werkveld. Ik kies voor een ongeschoolde functie: productiewerk in een fabriek, in de nachtdienst. Zo kan ik financieel iets bijdragen aan mijn gezin maar ben ik overdag beschikbaar om alles rondom Tije te organiseren en op te vangen.
Ik hoor regelmatig dat het belangrijk is om ook voor mijzelf te zorgen. Dat ik mijn eigen grenzen moet bewaken, ook af en toe iets voor mijzelf moet doen. Dat ik aan mijzelf moet denken om zo de zorg voor Tije en de rest van mijn gezin te kunnen blijven dragen. En het klinkt logisch, heerlijk zelfs… maar hoe dan?
Tije hangt sterk aan mij, ik (b)lijk een essentieel onderdeel van zijn basisveiligheid. Het idee dat ik er niet ben, even weg ben, geeft hem zoveel onrust. En dus laat ik het maar, meestal.
Het avondje weg naar een lezing van Colette de Bruin nog vers in mijn geheugen. Hoe Tije als ik moet vertrekken zo erg van slag raakt dat hij wegloopt. Maar ook hoe ik tijdens (of door) haar verhaal begrijp dat ik in hoe ik Tije hierop heb voorbereid nog aardig wat steekjes heb laten vallen.
En dus ga ik afgelopen zomer met hem zitten. Bas en ik moeten weg: we hebben een begrafenis. De vaste oppas komt na het eten en legt de kinderen in bed. Ik geef Tije alle duidelijkheid die ik hem kan bieden: waar we naartoe gaan, met wie, wat de reden is en dat ik nog niet weet hoe laat we weer terug zijn, maar dat hij dan in ieder geval in bed ligt. Ik beloof een Appje te sturen aan de oppas als we weer richting huis gaan, en zodra ik thuis ben bij hem te komen kijken.
Hoe die avond vervolgens is verlopen is nog terug te lezen op het scheenbeen van de oppas, waar Tije in zijn boosheid en frustraties een tuinstoel tegenaan heeft gegooid.
Het maakt dat ik niet zorgeloos het huis verlaat, zoveel mogelijk thuis probeer te zijn en daarom heel veel andere dingen laat vallen. Moederschap voor vriendschap, maar ook moederschap voor mijzelf.
Maar met de adviezen hierboven in mijn achterhoofd, en de betrekkelijke rust in de afgelopen maanden besluit ik dat het moment daar is dat ik even voor mijzelf mag kiezen. Deze kerstvakantie is er één dag, een middag en een avond, waarop ik er samen met een vriendin even uit ‘mag’.
De dag ervoor zit ik samen met Tije aan tafel. Gewapend met alles wat ik voor en na het incident van de ‘vliegende tuinstoel’ heb geleerd, bespreek ik alles duidelijk, concreet en ‘op de vijf’. Bovendien teken ik dit keer alles uit.
Waar ik naartoe ga, dat ik met de trein naar Apeldoorn ga en vanaf daar verder met mijn vriendin in de auto. Ik vertel en teken hoe laat het begint en hoe lang het duurt. Omdat ik niet weet welke aansluiting ik op de terugweg heb, benoem ik dit. Ik laat Tije de dienstregeling zien en zeg dat ik uiterlijk zo laat weer thuis ben. “Dan lig jij al in bed, maar ik kom bij je kijken of je nog wakker bent”, “Nee hoor, de laatste trein gaat pas om ‘zo laat’ dus ook als ik die trein mis, kom ik zeker nog thuis!” Om de onzekerheid hierover en de stress rondom bedtijd te verminderen zeg ik dat ik zal Appen zodra ik weet welke trein ik neem, en dat Bas hem kan zeggen hoe laat ik dan thuis ben.
Ik bespreek en teken hoe laat de oppas er is, hoe laat ik weg ga en wanneer Bas weer thuis is. Dat de kinderen met Bas eten en hij ze in bed legt. Duidelijkheid, voorspelbaarheid… check!
Het voelt goed om er eens even uit te zijn voor mijzelf: even iets anders dan werk, overleg op school en begeleidingsmomenten. Geen taxichauffeur, cateraar en politieagent. Dit moet ik vaker doen, ik ben hier zo aan toe!
Maar eenmaal thuis zakt de moed me direct in de schoenen. Mijn behoefte om (ooit nog) iets voor mijzelf te doen van dezelfde tafel geveegd waar eerder vandaag, terwijl de kat van huis was, de muizen driftig gedanst hebben. Ik vind Bas uitgeblust op de bank. Zijn blik zegt meer dan zijn woorden.
De onrust van mijn afwezigheid en een zus die steeds beter weet op welke knoppen zij moet drukken zorgen ervoor dat Tije totaal ontspoord. Bas treft bij thuiskomst een waar pandemonium. Wat ik hoor schetst het beeld van een oppas, vastgebonden misschien wel, te midden van een slagveld aan speelgoed, kinderen die schreeuwend in de lamp hangen. Zo erg was het nog niet, nog nèt niet.
De oppas trekt verontschuldigend haar schouders op, en vervolgens snel haar schoenen en jas aan. Vooral omdat ze weg moet, maar ik geloof dat ze niet eerder zo graag is vertrokken. Bas probeert zo goed en zo kwaad als het gaat de figuurlijke brandjes te blussen, de boel recht te trekken en eten te koken. Na het eten worstelt hij de kinderen verbaal het bed in.
Zijn avond zo pittig dat hij nog geen minuut de schijn kan ophouden om mij te laten nagenieten van mijn avondje uit. Ik zucht en schop mijn schoenen uit, voorlopig blijf ik thuis!
Eva (37) woont samen met haar vriend en drie kinderen: een zoon en twee dochters. Al op
jonge leeftijd vertoont haar zoon Tije kenmerken van ASS. Hoewel alarmbellen bij haar steeds sterker beginnen te rinkelen, vindt zij hierin lang geen erkenning. Inmiddels de diagnose ASS gesteld. In het afgelopen schooljaar blijkt het regulier onderwijs onvoldoende passend. Tije is na de zomervakantie gestart op het Speciaal Basis Onderwijs. Na een maandenlange is nu ook de gespecialiseerde begeleiding opgestart.
Voor de website van ParASSchute schrijft Eva om de week een blog over het traject waar zij nu met haar gezin in gaat. In “Onder Moeders ParASSchute’ deelt zij haar zoektocht naar duidelijkheid, begrip, handvatten en rust.