Het telefoongesprek met de leerkracht, naar aanleiding van de eerste schooldag, is voor school en mijzelf reden om diezelfde week nog een overlegmoment te plannen. De tegenwind onderweg naar school is representatief voor de houding van Tije. Hij weigert ook hier! Het verdriet hierover en de angst dat het ook hier niet gaat lukken maken het er niet beter op. Wind mee zou toch ook wel eens fijn zijn… en inderdaad, dat bedoel ik vooral figuurlijk!
Ik maak kennis met de nieuwe leerkracht van Tije, de Intern Begeleider sluit aan. De leerkracht benoemt dat Tije het “nog moeilijk vindt” om aan het werk te gaan. Dat hij niet wil werken maar dat hier op school nu eenmaal dingen moeten. Dat de werkjes die gepland staan nu eenmaal moeten gebeuren. De leerkracht stelt duidelijk dat Tije als hij zijn werk niet onder schooltijd doet, hij het dan na schooltijd maar moet maken. Ik zie de bui al hangen! Dat hebben we eerder geprobeerd. Ik maak duidelijke afspraken met Tije, maar steevast zoekt hij de discussie op. De energie die het mij kost om hem tot werken aan te zetten, zie ik vervolgens niet terug in het resultaat. Frustratie bij Tije, frustratie bij mij, met een negatieve sfeer in huis tot gevolg. Wat zie ik daar tegenop. Maar de leerkracht vervolgt: “Ik heb hem gezegd: dan moet het direct na schooltijd. Dan bel ik je moeder dat ze je iets later moet komen halen!”.
Het klinkt misschien hard, maar hiermee is voor Tije direct duidelijk wat er van hem wordt verwacht. Ze stellen een duidelijk kader. Ik voel opluchting! Niet alleen omdat daarmee de strijd (voorlopig) buitenshuis wordt gevoerd, maar ook omdat het aansluit bij het gevoel dat al zolang knaagt.
De maanden voor de zomervakantie is de insteek steeds om Tije het plezier in het naar school gaan terug te laten vinden. De druk zo laag mogelijk, de verwachtingen minimaal. Voor de laatste school de juiste en waarschijnlijk enige keuze. Eentje waar ik mij op dat moment prima in kan vinden.
Maar steeds is daar de zorg, de keerzijde van het pamperen: dat voor Tije de functie van school onvoldoende duidelijk is. Als alles in het teken staat van plezier gaan beleven, van zo min mogelijk druk, hoe gaat hij die koppeling dan ooit maken? Tije is een ontzettend leergierig kind en toch is er op school geen sprake van plezier in het leren. Hij komt niet eens tot leren! Is ervaren wat school hem te bieden heeft niet de voorwaarde om tot plezier op school te komen?!
Ik kan me daarom wel vinden in de strakke lijn die hier op school geschetst wordt. Hoop dat Tije nu gaat beseffen dat hij niet overal de dienst kan uitmaken. Dat op school de leerkrachten bepalen wat er gebeurt. Ik hoop dat Tije gaat beseffen dat er dingen zijn die ‘moeten’. Dat hij op school nu eenmaal moet werken. Dat iets moeilijk vinden niet betekent dat je het niet hoeft te doen, niet hoeft te proberen. Zoeken naar omwegen om Tije te motiveren hebben we nu lang genoeg geprobeerd. Helaas heeft dat niet gewerkt. Hoe hard het ook klinkt, dit lijkt nu de juiste insteek.
Behalve het harde kader zie ik twee mensen met een open houding die veel betrokkenheid tonen. Ik beschrijf de afgelopen twee jaren en de negatieve lading die aan alles wat met school te maken heeft hangt. Het verbaast me hoe nieuw onze voorgeschiedenis voor hen blijkt te zijn. Dit staat toch allemaal uitgebreid beschreven in de aanvraag voor de TLV. Waarom is deze essentiële informatie niet terecht gekomen bij de leerkracht?
Ik ben bijna blij dat Tije direct zijn nukken heeft laten zien. Dat is de reden dat we zo snel om de tafel zijn gaan zitten. Het voorkomt weken van (opnieuw) aanmodderen. We bespreken de lijn voor de eerste schoolweken. Ik benoem de momenten waarvan wij inmiddels weten dat ze lastig zijn voor Tije. De leerkracht luistert en denkt mee. Ze geeft aan morgen hierover met Tije in gesprek te gaan, om zo samen een oplossing te bedenken. Ze wil dat Tije ontdekt dat er weliswaar veel ‘moet’ op school, maar dat er ook veel dingen bespreekbaar zijn en aangepast kunnen worden.
De eerste schoolweek sluiten we uiteindelijk positief af. Tije werkt de laatste twee dagen met de klas mee. Al is het spannend en zwaar voor hem, hij probeert het. En het lukt! Ik hoop dat hij met de succeservaring van de laatste twee dagen toch enigszins positief aan de tweede week begint.
Met een voorzichtig vertrouwen kijken we naar de toekomst. Net als vorig jaar… en wat een deceptie was het toen. De frustratie en pijn daarover moeten slijten, bij mij, maar ook bij Tije. Hoeveel tijd gaat dat kosten, en is er voor Tije genoeg tijd om te schakelen. De Gesper benoemt dat het fijn is dat we opnieuw met vertrouwen naar de toekomst kijken. Ik vraag me af hoe oprecht mijn vertrouwen is.
Eva (37) woont samen met haar vriend en drie kinderen: een zoon en twee dochters. Al op jonge leeftijd vertoont haar zoon Tije kenmerken van ASS. Hoewel alarmbellen bij haar steeds sterker beginnen te rinkelen, vindt zij hierin lang geen erkenning. Inmiddels de diagnose ASS gesteld. In het afgelopen schooljaar blijkt het regulier onderwijs onvoldoende passend. Tije is na de zomervakantie gestart op het Speciaal Basis Onderwijs. Na een maandenlange wachtlijst start ook het traject van gespecialiseerde gezinsbegeleiding.
Voor de website van ParASSchute schrijft Eva om de week een blog over het traject waar zij nu met haar gezin in gaat. In “Onder Moeders ParASSchute’ deelt zij haar zoektocht naar duidelijkheid, begrip, handvatten en rust.