Aan de vooravond van het nieuwe schooljaar is van het ontspannen vakantiegevoel nog maar weinig terug te vinden. Twee kinderen die allebei starten op een andere nieuwe school brengt toch aardig wat onrust met zicht mee. Hoewel wij hier volgens mij voor de kinderen voldoende aandacht aan hebben besteed, betwijfel ik of ik praktisch en mentaal al klaar ben voor de start van dit nieuwe schooljaar.
Mara heeft duidelijk zin om weer naar school te gaan, maar vindt het heel spannend: een nieuwe school met veel onbekende gezichten. Dat haar grote broer niet naar dezelfde school gaat zorgt onverwacht voor tranen. Tije heeft er overduidelijk geen zin in. Nadat hij zijn nieuwe schoolgebouw en schoolplein ziet is er een voorzichtig enthousiasme, maar nu het daadwerkelijk op het naar school gaan aankomt, is die direct weer verdwenen.
Mijn gevoel dat Tije op het SBO beter op zijn plek zal zijn, wordt steeds meer weggedrukt door de houding van Tije. Het hele concept ‘school’ lijkt voor hem te hebben afgedaan. Hij lijkt er zelf niet in te geloven dat het hem ergens gaat lukken. En terwijl ik naar hem toe alleen maar vertrouwen uitspreek, besef ik maar al te goed dat er voordat er enige slagingskans kan zijn, een hoop in zijn koppie moet gaan veranderen. Naar school gaan lijkt direct gekoppeld aan de weerstand. En ik vraag mij steeds meer af hoe dit kan worden doorbroken, of eigenlijk, of dit kan worden doorbroken!?
Voor mij voelt het als een laatste kans, bijna een eindstation. Ik ervaar een enorme druk: wat als Tije het ook hier niet redt? Een laatste kans om plezier in het naar school gaan terug te vinden, om tot leren te komen… maar stel dat dat hier niet lukt? Wat blijft er dan nog over? Wat blijft er dan nog van hem over? Wat doet het met mijn mannetje als hij uiteindelijk ook hier moet vertrekken. Ik doe Tije en zijn nieuwe school tekort met dit doemdenken, het wordt meer ingegeven door mijn eigen trauma dan door oprechte twijfels. Maar dat ik dit besef maakt mijn angst niet minder groot. Voor mijn gevoel is het nu of nooit.
En dan is het zondagavond, zijn de wekkers gezet en liggen de kinderen (wonder boven wonder) op tijd in bed. De kleding voor de eerste schooldag ligt klaar, met meer zorg uitgezocht dan normaal gesproken. De kast van Tije aangevuld met nieuwe kleding, met op zijn verzoek de nieuwe broeken in tweevoud: ‘Dan zien de kinderen het niet als ik een ongelukje heb gehad mam!’. Een prima plan, waar wij graag aan meewerken. Een EHBO-tas (Eerste Hulp Bij Ongelukjes) voorzien van de ‘dubbele broek’ en wat Tije verder nodig heeft om zichzelf ‘ongemerkt’ op te kunnen frissen. De rugzakken gewassen, nieuwe gymspullen in nieuwe tassen. Aan het oppervlakkige aspect zijn we ruim tegemoet gekomen. We zetten alles in wat ook maar een beetje kan bijdragen aan de succeservaring!
We brengen Tije de eerste periode zelf naar school. De afgelopen weken heb ik schoorvoetend toe moeten geven dat dat op de lange termijn niet haalbaar is. De praktische bezwaren hebben mijn weerstand tegen ‘het busje’ langzaam overwonnen. De termijn voor de aanvraag van het leerlingenvervoer is ongeveer 8 weken. Het zal wat voeten in aarde hebben om dit al die tijd zelf op te vangen, daar zie ik zeker tegenop. Maar tegelijkertijd vind ik het prettig dat hij deze eerste weken veilig en vertrouwd door Bas naar school wordt gebracht, en vooral, dat ik hem zelf op haal en zelf kan zien hoe hij uit school komt.
En zo vertrekt Bas op maandagochtend met Tije in de auto richting zijn school, en breng ik samen met Hanne een timide Mara naar haar nieuwe school. En hoewel beide kinderen zich prima kunnen vinden in deze verdeling, had ik mezelf graag voor dit moment even willen klonen.
Aan het eind van de eerste schooldag zit Tije in de tuin met een overduidelijk punthoofd tegen de poort. School is stom, niet leuk, hij gaat nooit meer terug! Ik herken gelukkig inmiddels het principe en zeg dat we er na een half uurtje op de iPad over kunnen praten. Dat geeft hem direct rust. Maar bij mij borrelt de onrust. Ik word hier zo moedeloos van, hoe kunnen we dit doorbreken?! Waar stopt het autisme en beginnen andere aspecten als faalangst of gedrag het geheel te bepalen.
Niet veel later klinkt mijn telefoon. Het is de juf van Tije. Ze vraagt hoe hij uit school is gekomen. Tije heeft namelijk op school niet willen werken. De juf heeft niets afgedwongen, maar geeft aan dat er niet zoveel van hem gevraagd is. “Een paar woordjes schrijven, maar dat wil hij niet doen!” Ik benoem zijn trauma, de weerstand tegen het willen werken. Juf hoort het aan, ze lijkt verbaasd. Ik weet zeker dat ik dit benoemd heb, dat dit duidelijk in zijn dossier terug te vinden moet zijn. Het lijkt mij toch belangrijk dat een leerkracht zich inleest, zeker in deze setting. Tegelijkertijd besef ik dat dit ook een bewuste keuze kan zijn, dat ze het kind wil leren kennen in de klas en niet uit een dossier.
’s Avonds wil Tije graag opnieuw even praten. Als Mara in bed ligt gaan Bas en ik er echt even voor zitten. Gelukkig komen we tijdens het gesprek tot de conclusie dat het vooral nieuw was, spannend, wennen omdat hij niet weet hoe het hier allemaal gaat. Weerstand uit onduidelijkheid en onzekerheid dus. We benoemen de positieve aspecten van zijn dag en plaatsen de rest in perspectief. Nu we het zo bespreken blijkt zijn dag een stuk positiever te zijn verlopen dan ik dacht. Zo’n eerste schooldag is altijd wennen, staat bol van prikkels. En dan is het vandaag ook nog eens de eerste schooldag op een nieuwe school. Nieuwe kinderen, nieuwe juffen… alles nieuw! Ik snap hem nu. En we besluiten samen dat we het rustig de tijd geven!
Eva (37) woont samen met haar vriend en drie kinderen: een zoon en twee dochters. Al op
jonge leeftijd vertoont haar zoon Tije kenmerken van ASS. Hoewel alarmbellen bij haar steeds sterker beginnen te rinkelen, vindt zij hierin lang geen erkenning. Inmiddels de diagnose ASS gesteld. In het afgelopen schooljaar blijkt het regulier onderwijs onvoldoende passend. Na de zomervakantie zal de overstap naar het Speciaal Basisonderwijs worden gemaakt. Ondertussen staat het gezin op de lange wachtlijst voor gespecialiseerde begeleiding.