Een frisse wind

De zomervakantie loopt op zijn eind. Ik kijk terug op de weken. Zes weken zijn voorbij gevlogen. Of eerlijk, voelt het meer alsof de dagen door mijn vingers zijn geglipt. De gezamelijke vakantie opgevuld met klusjes in en om het huis, en heel af en toe een dagje weg. Meer een vakantie naast, dan mèt elkaar. Al met al misschien niet de gezelligste zomer, maar wel een heel productieve: de to-do-klussenlijst een stuk korter en bovendien maken de bezoeken van de Gesper het tot een zomer van gesprekken, inzicht, zoeken en schakelen. Met in de rode draad die zij deze vakantie vormt, een aantal dikke knopen die inmiddels zijn doorgehakt.
Het nieuwe schooljaar staat voor de deur en dat brengt verandering. Tije heeft moeite met verandering, met schakelen, maar precies daarom pakken we het komende schooljaar toch net iets anders aan. Waar we het vorig schooljaar als een herfstblaadje alle kanten op zijn geblazen, proberen we nu wat voet aan de grond te krijgen, stand te houden.
De afgelopen weken heeft de Gesper meerdere gesprekken begeleid tussen de vader van Tije en mijzelf. Ik ben haar dankbaar. Ze heeft mijn frustraties weten te vertalen en uiteindelijk hebben we deze kunnen omzetten in beslissingen die misschien niet makkelijk zijn, maar uiteindelijk wel beter voor Tije. Ze heeft ons gedwongen niet te kijken naar het ‘meest wenselijke’, maar reëler: naar de meeste wenselijke haalbare situatie. Zo blijkt een co-ouderschap waarbij de zorg 50/50 verdeeld is niet langer haalbaar. De afgelopen maanden heb ik regelmatig ‘vliegende kiep’ moeten spelen, het ziet er naar uit dat dit de komende maanden eerder meer, dan minder zal worden. De Gesper helpt ons beseffen dat dit voor Tije erg veel onrust met zich meebrengt: het is niet duidelijk. We besluiten met ingang van het nieuwe schooljaar in te zetten op de veilige basis hier thuis, bij ons. De daadwerkelijke tijd die Mara en Tije met hun vader doorbrengen wordt minder, maar de momenten die ze daar hebben zullen beter worden ingevuld, met gerichte aandacht: kwaliteit boven kwantiteit.
Waar we dit eerder met Tije zouden hebben besproken, doen we dit keer weinig meer dan het aan hem vertellen. De Gesper heeft ons doen beseffen dat het een ‘volwassen beslissing’ betreft, dat wij hem hier verder niet in hoeven (en moeten!) betrekken. Tije is er uiteraard niet blij mee: weerstand overheerst zijn grote verdriet. Gelukkig zijn we hier dit keer beter op voorbereid. Ik besef nu dat hij tijd nodig heeft om dit te verwerken, dat we door deze weerstand heen moeten. Ik voel mee in zijn verdriet, maar ook hier sta ik machteloos. Ik kan niet meer doen dan er zijn voor hem, over anderen heb ik geen controle. Eerlijk gezegd is het voor mij ook wel prettig dat er meer structuur en duidelijkheid komt. Volgende week ga ik, na ruim twee jaar thuis, weer aan het werk, dan kan ik niet meer zomaar alles opvangen.
Niet alleen thuis wordt het anders. Ook op school is er verandering: een nieuwe juf, een nieuw lokaal, een frisse wind? Ik denk even terug aan één van de laatste weken van het afgelopen schooljaar: toen hij hoorde dat hij na de zomervakantie een nieuwe juf en – voor hem belangrijker – een nieuw klaslokaal zou krijgen. Aan het verdriet en de frustratie die volgde toen de spullen van het ene naar het andere lokaal moesten worden verhuisd: “Maar mama, alle spullen gaan mee hè, de kasten met alle werkjes, meer dan TWEEHONDERD werkjes!” en hoe we toen weer terug bij af waren.
Aan het begin van de zomervakantie stel ik mijzelf weinig doelen, maak weinig plannen. Ik heb slechts één (bescheiden?) wens. Ik hoop dat de zes weken rust en vrijheid Tije helpen om met een fris koppie aan het nieuwe schooljaar te beginnen. Dat we op zijn minst enige buffer op kunnen bouwen waar we de eerste weken van het nieuwe schooljaar op kunnen teren. Helaas besef ik dat dat niet is gelukt: het gemopper begint zodra het woord school valt.
Tije begroet het nieuwe schooljaar met weerstand. Wij staan paraat, voeten stevig op de grond. Met een voorspelbaar thuis(voor zover mogelijk), een nieuwe juf met een frisse blik en onze Gesper paraat voor advies en begeleiding. Voorbereid op een frisse najaarswind, hopen dat de echte storm uit blijft!

____________________________________________________________

Eva (36) woont samen met haar vriend en drie kinderen: een zoon en twee dochters. Al op jonge leeftijd vertoonde haar zoon kenmerken van ASS. Hoewel alarmbellen bij haar steeds sterker begonnen te rinkelen, vond zij hierin lang geen erkenning. Na een heftig schooljaar waarin haar zoon bijna onherkenbaar veranderd lijkt, is begeleiding opgestart en staan ontwikkelings- en intelligentieonderzoek gepland. Voor de website van ParASSchute schrijft zij om de week een blog over het traject waar zij nu met haar gezin in gaat.
In “Onder Moeders ParASSchute’ deelt zij haar zoektocht naar duidelijkheid, begrip, handvatten en rust.

_____________________________________________________________

De Gesper

Vlak voor de zomervakantie maken we kennis met de gespecialiseerde gezinscoach, deze ‘Gesper’ zal met ons meekijken en –denken. Als er nog enige aarzeling was in het vragen naar (en accepteren van) hulp, is die de afgelopen weken van tafel geveegd. Vooral door een heleboel hele kleine dingen, maar ook door een aantal heftige escalaties.

Wat me het meest bijstaat, tot nu toe ook verreweg het heftigste wat ik met Tije heb meegemaakt … met dikke stip… is een moment waarop Tije na een voetbaltraining onder de douche moet. Het is een vaste afspraak: na het sporten wordt er gedoucht! Normaal gesproken doet Tije dit wel, schoorvoetend, maar hij doet het. Dit keer stuit ik echter op een enorme weerstand. Ik snap het niet, waarom wil hij nu niet douchen? En bovendien: niet douchen is geen optie: de strepen modder staan overal op zijn benen, zijn bolletje bezweet. Maar Tije wordt razend van alleen al de suggestie. Hij begint te schreeuwen, trapt tegen deuren en muren, slaat door.

Omdat het met woorden echt niet lukt, breng ik Tije uiteindelijk zelf naar boven, waar ik hem uiteindelijk zelfs onder de douche moet zetten. De scheldwoorden vliegen om mijn oren terwijl ik hem verder uitkleed. Als ik hem was wordt ik gekrabt, geschopt en geslagen. Van buiten blijf ik zo ontzettend rustig, van binnen stormt het. Maar ik voel geen boosheid, ik voel me machteloos, machtelozer dan ik mij ooit heb gevoeld. Wat speelt er in dat koppie, waar ik geen weet van heb. Wat kan ik doen om hem te bieden wat hij nodig heeft. Ik erken zijn frustratie, die zich nu uit in boosheid, en accepteer dat hij deze nu op mij richt. Als hij nu toch eens zou snappen dat ik misschien niet dezelfde frustratie voel, dezelfde pijn, maar dat ook ik frustratie en pijn voel, om wat er in hem omgaat.

Waar hij eerder rustig wordt onder de douche, blijft hij nu razen. Ik droog hem af en laat hem in de badkamer, hoop dat hij tot rust komt. Helaas komt hij pas tot rust als hij zichzelf onbedoeld pijn doet: in zijn woede heeft hij zijn vingers in de slotplaat van het kozijn gestoken, vergeet dit vervolgens en knakt zijn vingers: fysieke pijn! Het brengt hem terug in het nu, zijn kinderzieltje breekt en hij stort zich huilend in mijn armen. Eindelijk mag ik er even voor hem zijn.

Die avond vloeien mijn tranen: ontlading en verdriet. Nee, de hulp komt geen moment te vroeg. De Gesper is dan ook meer dan welkom als ze aanschuift aan de keukentafel. Opnieuw zit ik hier met een vreemde aan een kop thee, opnieuw vertel ik mijn verhaal. En opnieuw valt het mee. Het zijn net ‘echte mensen’ die hulpverleners ;). Deze zomervakantie vormen haar bezoeken een rode draad: de kennismaking met Tije en gesprekken over wat er speelt en hoe onze Gesper de situatie inschat.

Naast een luisterend oor biedt zij inzicht. Allereerst benoemt ze dat er het afgelopen jaar wel erg veel is gebeurd in het leven van Tije: de overgang van kleuter naar groep drie, minder tijd en vooral minder voorspelbaarheid in het contact met zijn vader. Ook in de veiligheid hier thuis is iets veranderd: de komst van (half)zusje Hanne is weliswaar voor iedereen een welkome verandering geweest, iets om te vieren, maar haar geboorte ruim een jaar geleden heeft voor Tije toch ook onrust gebracht. Daarnaast besef ik nu dat wat voor mij gestructureerd en duidelijk is, door Tije niet altijd zo wordt herkend. We gaan nu op zoek naar duidelijkheid en vaste structuur voor Tije om zo een basis te creëren.
De Gesper benoemt dat Tije veel moeite heeft met ‘oningevulde tijd’. Zodra hem niet duidelijk is wat er van hem wordt verwacht, of hij niet weet wat hij moet doet, wordt dit ‘kliertijd’. Ze geeft aan dat het helpt om zijn dagen voor te structureren met behulp van picto’s. Ik schaf een magneetbord aan, maak samen met Tije een pictolijn voor de invulling van de dag, en maak hierin onderscheid tussen de vrije dagen en de schooldagen. Het lijkt mij bijna onmogelijk om de hele dag in picto’s te vatten. Vooruit, misschien niet onmogelijk, maar dan wordt het wel een hele lijst. Ik kijk naar wat ik onder één noemer kan samenvatten, laat weg waarvan ik denk dat het zich voor Tije wel zelf wijst. De concrete invulling blijft duidelijk nog even een ‘work-in-progress’. Ik merk aan hem dat het op een bepaalde manier rust brengt. De tijd die ik niet kan voorstructureren staat met een vraagteken in het schema. Die tijd kunnen we dan op een later moment invullen, zo heeft Tije toch duidelijkheid over zijn dag, en houd ik wat speelruimte.

Ik leer ook dat de ‘NEE!’die Tije regelmatig laat horen niet altijd echt een ‘nee’ is, hij heeft tijd nodig om ‘te puzzelen’, zo hoor ik, om de informatie te verwerken. Als ik hierop reageer gaat Tije in discussie, en dat moeten we zien te voorkomen. Discussies helpen niet: Tije krijgt dan alleen maar meer informatie te verwerken, en kan op dat moment alleen maar met weerstand reageren.

De tips geven moed: eindelijk iets wat ik kan doen. Tegelijk bevestigd het mijn onmacht, onvermogen misschien. Wat heb ik mijn mannetje tekort gedaan. Hoe weinig begrijp ik van zijn wereld, heb ik alles in zijn leven onderschat. Met een voorzichtig vertrouwen kijk ik naar de start van het nieuwe schooljaar: handvatten thuis, en waar nodig advies op school. Een leerkracht met de nadrukkelijke aanbeveling van meerdere ouders. Een onderzoek op de agenda… niet alleen meer grip maar ook meer duidelijkheid ligt in het vooruitzicht!


IMG-20170708-WA0019Eva (36) woont samen met haar vriend en drie kinderen: een zoon en twee dochters. Al op jonge leeftijd vertoonde haar zoon kenmerken van ASS. Hoewel alarmbellen bij haar steeds sterker begonnen te rinkelen, vond zij hierin lang geen erkenning.

Na een heftig schooljaar waarin haar zoon bijna onherkenbaar veranderd lijkt, is begeleiding opgestart en staan ontwikkelings- en intelligentieonderzoek gepland. Voor de website van ParASSchute schrijft zij om de week een blog over het traject waar zij nu met haar gezin in gaat.

In “Onder Moeders ParASSchute” deelt zij haar zoektocht naar duidelijkheid, begrip, handvatten en rust.


Het ‘verlopen’ schooljaar

Je legt een deel van de zorg voor je kind in handen van derden. Twijfels druk je weg: Je mag er toch op vertrouwen dat de leerkracht – de professional – weet wat hij of zij doet. De zorg uitgesproken, de signalen gezien en, heel belangrijk, er zijn (nog) voldoende mogelijkheden. In november wordt mijn zorg dan misschien niet van tafel geveegd, maar wel ergens achter in een kast geparkeerd. Ze weten wat ze doen, toch?

Ruim twee maanden later wordt er aan de bel getrokken: de alarmbel! “We zitten met onze handen in het haar!”, zo krijgen we van de leerkracht te horen. Ik merk thuis wel dat Tije niet beter in zijn vel zit dan twee maanden geleden, maar deze enorme omslag van de leerkracht verbaast mij toch een beetje. Op mijn ladder zitten er tussen ‘nog genoeg handvatten’ en ‘met de handen in het haar’ nog aardig wat sporten.

Tije vindt sociaal onvoldoende aansluiting met de andere kinderen in de groep, hij komt niet tot werken, hij blijkt niet in staat om het programma zoals dit in de klas wordt aangeboden mee te draaien. Er wordt ons dringend verzocht om begeleiding aan te vragen. Ik weet niet wat er overheerst: de teleurstelling of de voldoening. Ik voel me meer gehoord nu, maar tegelijkertijd besef ik dat ze de situatie in november flink hebben onderschat. In hoeverre wordt Tije daar de dupe van? Wat ik in ieder geval heel positief vind, is dat de vader van Tije nu van de leerkracht – in weinig subtiele bewoording – te horen krijgt dat er nu toch echt stappen moeten worden ondernomen.

Aanmelden bij de gemeente is de eerste stap in het traject. Er wordt een gezinscoach aangesteld, die bij ons thuis langskomt om de behoeftes in kaart te brengen, en vervolgens een traject voor de komende periode uit te stippelen. Bas steigert in eerste instantie, “moet er dan echt iemand hier thuis komen”. Volgens mij zien we in onze gedachten allebei een strenge dame voor ons, die met een ‘clipboard’ in haar handen elke vierkante centimeter van ons huis inspecteert. In het belang van Tije denken we er uiteraard niet aan om dit te weigeren, zelfs al het daadwerkelijk zo zou gaan.

Enkele weken later verschijnt een vrolijke dame op de drempel (zonder clipboard!) en met een kop thee erbij bespreken we de situatie. Wat fijn om gehoord te worden! Nog fijner is het dat zij, met haar expertise, op hetzelfde spoor zit als wij. Waar mijn vermoedens over ASS de afgelopen tijd steeds sterker zijn geworden, erkent ook zij deze signalen. Ze geeft aan dat diagnostisch onderzoek zinvol lijkt, en daarnaast een intelligentieonderzoek. Ze stelt voor dat er een zogenaamde ‘gespecialiseerde gezinscoach’ komt voor begeleiding thuis. (*zucht* nog iemand in huis). “Heeft school de schoolbegeleidingsdienst inmiddels al ingeseind?”… dat weet ik eigenlijk niet, heb ik zelf helemaal niet aan gedacht. Maar het lijkt mij logisch dat school, aangezien ze zo ‘met hun handen in het haar zitten’, alle beschikbare middelen inzet om weer grip te krijgen op de situatie.

Op school bespreek ik met één van de leerkrachten de opmerking over de schoolbegeleidingsdienst. De leerkracht verzekert mij dat ze dit gaan opstarten.

De weken gaan voorbij, soms kruipend, soms vliegend. Wat constant blijft is de tegenzin waarmee Tije naar school gaat. De onmacht die de leerkrachten ervaren wordt steeds duidelijker, meerdere malen word ik gebeld of ik Tije op kan komen halen, omdat hij moe zegt te zijn, of omdat het ‘gewoon’ niet meer gaat. Met name één van de twee leerkrachten blijkt de situatie niet meester: “als je nu niet doet wat ik zeg, dan bel ik je moeder dat ze je moet komen halen!”, krijgt Tije te horen. En dat hoor ik niet van Tije, dit krijg ik van de leerkracht zelf te horen. Hieruit blijkt voor mij niet alleen haar onmacht, maar vooral haar onkunde: pedagogisch gezien vind ik dit echt onverantwoord. Als blijkt dat de betreffende leerkracht komend schooljaar niet langer aan school verbonden zal zijn, besluiten we hier verder niets mee te doen: we steken onze energie liever in Tije, dan in de negativiteit van het indienen van een klacht.

De ‘ongelukjes’ (vooral poep, soms plas) zijn tegenwoordig meer regel dan uitzondering. We kunnen er echter geen regelmaat in ontdekken. De agressieve buien van Tije zijn toegenomen, steeds vaker niet alleen verbaal, maar ook fysiek. De stevigheid van deuren en trappen wordt wekelijks op de proef gesteld, de buren hebben hun televisie waarschijnlijk standaard op een hoger volume gezet. De rozengeur gaat schuil achter een flinke haag met doorns, de maneschijn nauwelijks zichtbaar door de dikke bewolking.

En ineens is het einde van het schooljaar daar. Het schooljaar lijkt letterlijk door mijn vingers te zijn geglipt. Ik kijk terug op een periode van onrust, gemiste kansen, machteloosheid en verdriet. Op school is er sinds november nauwelijks iets veranderd. De situatie eerder verslechterd dan verbeterd. Thuis zijn inmiddels de eerste stappen gezet. Op het schoolplein krijg ik een sprankeltje hoop: Tije heeft vanaf volgend schooljaar een nieuwe leerkracht: één fulltime leerkracht, binnen de school diegene met de meeste expertise waar het ASS betreft, die structuur en duidelijkheid biedt, waar meerdere kinderen met (kenmerken van) ASS de afgelopen jaren bij floreerden. Daar klamp ik me voor nu aan vast, een sprankje hoop: volgend schooljaar wordt het beter!


IMG-20170708-WA0019Eva (36) woont samen met haar vriend en drie kinderen: een zoon en twee dochters. Al op jonge leeftijd vertoonde haar zoon kenmerken van ASS. Hoewel alarmbellen bij haar steeds sterker begonnen te rinkelen, vond zij hierin lang geen erkenning. Na een heftig schooljaar waarin haar zoon bijna onherkenbaar veranderd lijkt, is begeleiding opgestart en staan ontwikkelings- en intelligentieonderzoek gepland. Voor de website van ParASSchute schrijft zij om de week een blog over het traject waar zij nu met haar gezin in gaat.

In “Onder Moeders ParASSchute’ deelt zij haar zoektocht naar duidelijkheid, begrip, handvatten en rust.


Tije

Wilde blonde lokken en pretlichtjes in zijn ogen, een grote glimlach, nieuwsgierig en leergierig. Hij praat graag (en veel!) en spreekt vrijuit met mensen die hij tegenkomt. Hij maakt makkelijk contact, vooral met volwassenen, maar ook met kinderen. Een heerlijk kind, ongeremd, en in zijn enthousiasme erg aanwezig. Dat is mijn Tije … of beter, dat was mijn Tije… want net als zijn lokken de afgelopen jaren donkerder zijn geworden, zo ook zijn humeur, zijn de lichtjes in zijn ogen gedimd en is zijn vrije glimlach steeds zeldzamer geworden. Met momenten herkennen we een vleugje van de Tije die onder alle negativiteit zit. De negativiteit die op dit moment ons, maar vooral zijn leven beheerst.

Het afgelopen schooljaar zagen we Tije steeds meer veranderen, afglijden. Al in de eerste weken van groep drie verandert Tije in een boos en agressief mannetje. Wat begint als een brutale, grote mond wordt al snel verbale agressie. In de loop van het schooljaar wordt hij zelfs fysiek agressief. Vooral tegenover mij, maar ook zijn twee jaar jongere zus Mara moet het ongelden. Het vrolijke, leergierige kleutermannetje is nergens meer te bekennen. De jongen die vanaf dag één, zelfs op zijn vierde verjaardag, enthousiast naar school stormt, begint de dag steeds vaker met protest en gezeur.

Waar Tije in groep één met veel verschillende kinderen aansluiting heeft, wordt hij in groep twee selectiever in zijn contacten. Kan hij voor zijn kinderfeestje in het eerste jaar nauwelijks zijn keuze tot zes kinderen beperken, staat de teller in groep twee stil op vier. Het afgelopen jaar heeft hij maar twee kandidaten. Hij hoeft geen allemansvriendje te zijn, helemaal niet, maar dit voelt voor mij niet goed, het zit me niet lekker. De onrust over zijn sociaal-emotionele ontwikkeling wordt versterkt als ik Tije zie trainen en wedstrijden zie spelen met zijn voetbalteam. Hij vindt maar weinig aansluiting met de andere jongens. Loopt na de training doorgaans alleen het veld af en als zijn team na een wedstrijd samen de kleedkamer opzoekt, loopt hij er doorgaans vooruit of achteraan.

Tije is volledig zindelijk voordat hij naar de basisschool gaat. Zoals bij kleuters wel vaker het geval, heeft hij in de eerste jaren nog weleens een ongelukje (plassen), maar op dat moment passend bij zijn leeftijd. In de loop van het afgelopen schooljaar begint Tije ineens in zijn broek te poepen: op school én thuis. Dit zijn geen ‘ongelukjes’ meer: Tije poept vrijwel dagelijks, meerdere malen zelfs, in zijn broek. Het broekpoepen op zich is al vervelend genoeg, maar Tije lijkt zich er niet van bewust, met alle gevolgen van dien. Regelmatig loopt hij op school, of als hij bij een vriendje speelt, uren in een volgepoepte broek. Thuis zijn we er alert op, maar ook hier kunnen we niet voorkomen dat het regelmatig mis gaat. We kunnen er geen patroon in ontdekken, niet qua tijdstip en ook geen samenhang met activiteiten en gebeurtenissen.

Klinken de alarmbellen inmiddels al door de tekst heen?!

Afgelopen november besluit ik een en ander op school aan te kaarten. Eerder die week heb ik zelf een afspraak bij de huisarts, waar ik ook mijn zorg over Tije bespreek. De huisarts deelt mijn zorg en schrijft een verwijsbrief voor diagnostisch onderzoek. Tije’s vader staat hier niet voor open, maar ik hoop dat de zorg thuis en op school hem ertoe kunnen aanzetten om te tekenen voor het onderzoek. We zijn gescheiden maar delen voogdij, ik heb zijn handtekening dan ook nodig om enige vervolgstap te kunnen zetten. Op school wordt mijn zorg gedeeld: ze zien de signalen maar, zo krijg ik te horen, ‘hebben op dit moment nog handvatten genoeg’ en ‘hij zit nog maar net in deze klas dus weten ze nog niet hoe hij zich zal gaan ontwikkelen’. Daarmee is dan meteen ook het diagnostisch onderzoek van de baan.

Achteraf gezien had ik toen misschien assertiever kunnen zijn, moeten zijn. Met alles wat ik nu weet neem ik dit mijzelf enorm kwalijk, maar op dat moment klinkt het ergens wel logisch. Het is te verwachten dat het even pittig zou worden voor Tije: in de kleutergroep is hij samen met twee vriendjes een hele bink: de oudste, verbaal sterk en vol fantasie weet hij de jongere kleuters keer op keer te enthousiasmeren voor zijn spelvarianten. In zijn nieuwe groep, met een combinatie van groep 3-4-5 is hij ineens weer het kleintje, en dat is vast even schakelen. En toch: kun je logischerwijs verwachten dat een kind, dat zich in twee-en-een-half jaar kleuteren sociaal-emotioneel nauwelijks heeft ontwikkeld, dit in groep drie ineens weet bij te trekken? In een jaar waarin ook ineens qua werkhouding en cognitie meer wordt gevraagd!?

Die mooie blonde lokken zullen we nooit meer terugzien. Met zelfverwijt komen de lichtjes niet terug in zijn ogen. Mijn frustatie brengt de lach niet terug op zijn gezicht. Kijken naar de toekomst is wat we nu moeten doen!


IMG-20170708-WA0019Eva (36) woont samen met haar vriend en drie kinderen: een zoon en twee dochters. Al op jonge leeftijd vertoonde haar zoon kenmerken van ASS. Hoewel alarmbellen bij haar steeds sterker begonnen te rinkelen, vond zij hierin lang geen erkenning. Na een heftig schooljaar waarin haar zoon bijna onherkenbaar veranderd lijkt, is begeleiding opgestart en staan ontwikkelings- en intelligentieonderzoek gepland. Voor de website van ParASSchute schrijft zij om de week een blog over het traject waar zij nu met haar gezin in gaat.

In “Onder Moeders ParASSchute’ deelt zij haar zoektocht naar duidelijkheid, begrip, handvatten en rust.


Zwem!

Ik sta aan de kant. Mijn zoon spartelt en zwemt, gaat steeds vaker kopje onder. “Zwem!”, schreeuw ik, “Zwemmen jongen, dat kun je!”. Maar hij lijkt het te zijn vergeten. Hij hoort me niet: zijn oren suizen van de woeste golven om hem heen. Ik steek mijn hand uit, maar ik kan niet bij hem. De reddingsboei  is gegooid, maar ligt doelloos achter hem. Net buiten zijn blikveld. Ik zie de woeste golven die van alle kanten op hem af komen. Als ik denk aan het gevaar van de onderstroom word ik misselijk van de angst, de onmacht. Ik wil er naartoe, zou het liefst zelf in het water springen, hem vastpakken en helpen. Hem met al mijn kracht veilig op de kant zetten. Maar dat kan ik niet. De golven zijn ín hem. Het water is zijn leven. Hij zwemt, spartelt, dreigt te verdrinken… in het leven.

 

Mijn blog gaat over mijn zoektocht naar handvatten, steun en rust. Over hoe ik mijn zoon kan (leren) bieden wat hij nodig heeft. Hoe ik kan zijn wie (en wat) hij nodig heeft, en hoe ik daarin toch mijzelf kan blijven. Hoe we als gezin hopelijk balans gaan vinden en sterker de toekomst in gaan! Ik deel mijn vreugde, verdriet, de pijn en de onmacht, mooie momenten voor wie zich er in kan herkennen of wil meeleven. Maar bovenal om al schrijvende alles op een rijtje te krijgen en het zelf te verwerken.

 

 


IMG-20170708-WA0019Eva (36) woont samen met haar vriend en drie kinderen: een zoon en twee dochters. Al op jonge leeftijd vertoonde haar zoon kenmerken van ASS. Hoewel alarmbellen bij haar steeds sterker begonnen te rinkelen, vond zij hierin lang geen erkenning.        Na een heftig schooljaar waarin haar zoon bijna onherkenbaar veranderd lijkt, is begeleiding opgestart en staan ontwikkelings- en intelligentieonderzoek gepland.Voor de website van ParASSchute schrijft zij een blog over het traject waar zij nu met haar gezin in gaat.

In “Onder Moeders ParASSchute’ deelt zij haar zoektocht naar duidelijkheid, begrip, handvatten en rust. 


 

 

Blog Nieuws

ParASSchute heeft leuk nieuws!

Met ingang van volgende week hebben we een blogger in ons midden.

093edb9698c2ded148a1618c06bad43c--craft-blogs-craft-businessIn mijn werk geef ik geregeld trainingen over (het omgaan) met autisme.  Misschien wel het mooiste wat mijn cursisten daar ervaren is de steun en herkenning bij andere ouders. Het samen delen van ervaringen, zo waardevol.

Daarom zijn we heel verheugd te kunnen vertellen dat we een moeder van een bijzonder puur en mooi manneke bereid hebben gevonden om haar lief, leed, tegenslagen en overwinningen met ons te delen. In ‘Onder moeders ParASSchute”  schrijft Eva over haar persoonlijke ervaringen. De verhalen zullen puur, ongenuanceerd en bovenal echt zijn.

We hopen dat de herkenning een ieder helpt bij zijn of haar eigen struggles.